In veel landen wordt COVID-19 sinds kort als officiële beroepsziekte erkend bij mensen die door beroepsmatig contact met het virus ziek zijn geworden. Hierdoor wordt voor slachtoffers of hun nabestaanden (indien nodig) financiële compensatie en financiering van zorg en revalidatie geregeld.
Werknemers die lijden aan een beroepsziekte stellen hun werkgever daar soms voor aansprakelijk. Het is niet eenvoudig de schade die wordt geleden vergoed te krijgen. Voor enkele groepen slachtoffers met specifieke beroepsziekten geldt een van overheidswege ingestelde compensatieregeling, zoals slachtoffers van blootstelling aan asbest, OPS-slachtoffers, of werknemers die zijn blootgesteld aan chroom-6.
In Nederland wordt COVID-19 (nog) niet als beroepsziekte erkend. De overheid betaalt wel mee aan een collectebusfonds van Stichting Zorg na werk in Coronazorg. Dit fonds draagt bij in de kosten als een werknemer die werkzaam is in de frontlinie van de coronazorg langdurig uitvalt of komt te overlijden.
Mogelijk volgen op termijn ook in cao’s en andere regelingen voorzieningen om de gevolgen die kunnen ontstaan bij een besmetting met het virus te verzachten voor werknemers en hun nabestaanden.